het pannendak golft,
een overvliegende specht
bootst het na
balken zijn krom gaan lopen
ook de vloeren golven
alles is gaan buigen voor de tijd
de glas-in-loodramen
dorpels, traptreden
de schuifelende bewoners
zelfs iets van hun
onverzettelijkheid –
een enkele eik ontfermt zich
over het erf, het huis, de notelaar
de verfomfaaide katten, die dromerig
in wolkjes muggen staren
en over het echtpaar, dat zich
nog iedere dag op het bankje zet
om ook dat zonder spijt te verslijten
uit: Danser, © 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten