Biografie














Eric Wisse, Leiden, 1969



Benjamin
Als jongste nakomer uit een Katholiek gezin van zeven kinderen groeide ik op, temidden van voorzichtig puberende broers en zussen. Spelen met taal is iets dat ik al van jongs af aan heb gedaan. Rond mijn eigen puberteit begon dit tot meer serieuze gedichten te leiden. De invloeden van een muzikale opvoeding sloten mooi aan bij dit spel en ontwikkelde mijn gevoel voor ritme.

Aard
Door mijn bovengemiddelde sensitiviteit heb ik altijd de noodzaak gekend om voortdurend de vele indrukken te verwerken. Dat betekent de rust en ruimte nemen om zaken te laten bezinken, te ordenen en afstand te nemen. En ook om als het ware bij mezelf terug te keren. Daarnaast blijken het mijmeren en bespiegelen in mijn aard te zitten. Beschrijvende observaties zijn daarvan het gevolg. Mijn behoefte om zaken te analyseren, doorgronden of zelfs begrijpen leverde een zoektocht op naar kernbegrippen en inzichten. In de loop der jaren hielpen persoonlijke crises mij verder op die weg, waarbij het belangrijk bleek steeds terug te keren naar mijn eigen natuur.

Optredens en publicaties
Vanaf begin jaren '90 treed ik met regelmaat op, met verschillende programma's, waarbij ik het voordragen van mijn poëzie combineer met eigen liedcomposities met piano- of gitaarbegeleiding. Ook werk ik met andere muzikanten samen.
In de loop der tijd breng ik vier dichtbundels uit, te weten Dwaallichten ('01, met zwart-wit-foto's van Edwin van Delft), Een Boekje Voor Jou ('03, illustraties Edwin van Delft), Niet Over Rozen ('05) en Danser ('10). Verder schijf ik gedichten voor speciale gelegenheden en natuurtijdschiften.

Samenwerking
In 2003 mag ik het podium delen met bekende en minder bekende dichters tijdens Dichter aan Zee. In 2005 draag ik voor in Park Sorghvliet in het kader van de Haagse litteraire manifestatie Schrijver aan Zee. Toepasselijk, omdat de zee terugkomt in een redelijk aantal van mijn gedichten. Later zou ik een gedicht over Sorghvliet publiceren in het boek Ode aan Sorghvliet, uitgebracht door Annemieke Jansen.
Openingen van exposities vormden ook een podium voor mijn gedichten. Bij die gelegenheid werkte ik samen met beeldend kunstenaars Jerry van Veldhoven en Andrea Freckmann. In 2006 exposeerden in Galerie Andrea verschillende kunstenaars met werk, gemaakt naar aanleiding van één van de gedichten uit Niet Over Rozen.
Begin dit jaar (2010) werd een van mijn gedichten genomineerd door de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd en opgenomen in de bundel Zoals Een Haan Een Ei Legt (uitgeverij Augustus). Onlangs schreef ik een gedicht bij het schilderij Stilte van kunstenares Benita Mylius. Het is opgenomen in de bundel Beeld in Woord, verkrijgbaar bij de Haagse Kunstkring aan de Denneweg.
Naar aanleiding van de workshop Vrije Poëzie, waarbij ik eveneens de combinatie van beeldende kunst en poëzie aan bod liet komen, kwam de groepsbundel Nabije Verte uit.

Stijl en thematiek
Verwondering over groei en vergankelijkheid vormt een stimulans om te schrijven. Alsmede het vastleggen van eigenschappen van een moment dat verloren dreigt te gaan.
Het creëren van sfeerbeelden kan in mijn poëzie een doel op zich zijn, meestal vormen ze de context voor een ruimer verhaal. Ze kunnen gerelateerd zijn aan natuurobservaties, maar ook aan gemoedstoestanden of psychologische processen. Soms is de lading van een woord belangrijker dan de letterlijke betekenis. Ook ritme en klank kunnen de uitwerking van betekenissen vervormen. Gevoeligheid op dat gebied kan de lezer op het spoor brengen van een bedoeling of van dieper liggende lagen, maar uiteindelijk blijken er sowieso vaak meerdere interpretaties mogelijk.

Ondanks een hele persoonlijke benadering probeer ik tijdloze poëzie te scheppen. Ook (en soms juist) daarin zie ik een mogelijkheid om maatschappelijk geëngageerd te zijn. Ik hoop de lezer zo te raken, dat deze zich durft te laten verwarren en verrassen. Dat hij geïntrigeerd raakt door zowel vorm als inhoud en achteraf echt iets heeft geproefd. Of deze opzet geslaagd is, kun je zelf, tijdens het lezen van de voorproefjes op dit weblog, misschien beoordelen.

Oorspronkelijkheid
Zoals ik al schreef vangt mijn systeem veel prikkels en impulsen op, veelal op een intense manier. Inspiratie (of lievergezegd: de aanleiding) kan dan ook afkomstig zijn uit vele hoeken en zowel ontstaan in een rustige, natuurlijke omgeving als in een druk café. Op mijn beste momenten kan ik een diepe verbondenheid ervaren met de natuur en zowel troost als antwoorden vinden in de mij daar omringende bewegingen en vormen.

Een tijdlang vreesde ik dat ik bij het lezen van andere dichters teveel door hen beïnvloed zou kunnen worden; orginaliteit is voor mij heilig. Na deze misvatting te hebben laten varen ben ik ook andere dichters gaan lezen. Werk dat mij aansprak is afkomstig van de in mijn profiel genoemde dichters.
Het voordeel van het feit dat ik pas laat ben gaan 'spieken', is dat mijn eigen geluid, daar waar ik lijk op mijn voorgangers, hoorbaar blijft en zelfs waar ik een cliché beschrijf merkbaar is dat ik daar op een eigen, spontane wijze gebruik van heb gemaakt. Wat op zich ook begrijpelijk is: een clichématig onderwerp komt veel voor en dus ook op mijn pad. Ik durf het op te pakken in de wetenschap dat ook klassieke muziek steeds opnieuw wordt uitgevoerd, op de unieke wijze van de uitvoerende musicus.

Eric, Den Haag, zomer 2010